OVG6: veel vaker met de (elektrische) fiets (modal split)

30.06.2023

Dit artikel maakt deel uit van onze reeks over het Onderzoek Verplaatsingsgedrag 6 (OVG 6 - cijfers grotendeels verzameld in 2022) en zoomt in op de modal split. 

We fietsen en wandelen steeds meer: 18,1% van onze verplaatsingen gebeurt met de fiets. 17,3% doen we te voet. De elektrische fiets is aan een stevige opmars bezig: 5,3% van onze verplaatsingen is met de elektrische fiets en 0,3% met de speed pedelec.

modal  split

Bron: departement Mobiliteit en Openbare Werken

Onze verplaatsingen doen we nog steeds het vaakst met de auto (42,9% als bestuurder en 14,4% als passagier), maar opvallend is wel dat de auto voor het eerst onder de 60% in de modal split duikt. In 2019 (OVG5.5) had de auto nog een aandeel van 65%. Sinds de opstart van het  OVG in 1994 lag het fietsgebruik in Vlaanderen nog nooit zo hoog. We doen 18,1 % van onze verplaatsingen met de (elektrische) fiets. Dat is een stijging van 4%-punt t.o.v. 2019. 12,5% rijdt niet-elektrisch, 5,3% elektrisch en 0,3% met een speedpedelec. 17% van onze verplaatsingen doen we te voet, een stijging van 5%-punt t.o.v. 2019. Het openbaar vervoer (lijnbus, tram, (pre)metro en trein) wordt minder gebruikt: daar maken we voor zo’n 4% van onze verplaatsingen gebruik van, terwijl dat in 2019 nog 7% was. Zo’n 3% gebeurt op een andere manier: bestelwagen, step, …

modal split

Bron: Instituut voor Mobiliteit, juni 2023

48,1% van alle verplaatsingen is duurzaam

Op basis van OVG6 is de doelstelling van de Vlaamse overheid om minstens 40% van alle verplaatsingen op een duurzame manier te doen al gehaald. De sterke groei van wat Vlaanderen als ‘duurzame verplaatsingen’ beschouwt is deels het gevolg van een aantal methodologische aanpassingen: verplaatsingen van minder dan 100 meter werden in voorgaande OVG’s niet als verplaatsing beschouwd, hierdoor zien we in dit OVG een sterke groei van het aantal verplaatsingen te voet. Daarnaast wordt de verplaatsing van een autopassagier ouder dan 18 als duurzaam beschouwd. De logica hierachter is dat deze passagier over alternatieven beschikt (in tegenstelling tot passagiers jonger dan 18 jaar) en we de verplaatsing als ‘rittendelen’ kunnen beschouwen. Dit werd zo afgesproken in een overeenkomst tussen departement Omgeving en departement Mobiliteit en Openbare Werken. Ten derde werd bij de modal split in OVG6 enkel naar werkdagen gekeken, als ook de weekends en feestdagen meegenomen worden is de modal split minder duurzaam. Zonder deze aanpassingen zou de doelstelling naar modal split (nog) niet gehaald zijn.